Als de rombom heeft geslagen

1.
Als de rombom heeft geslagenDat wij marsjeren moeten gaan;Geweer en ransel die moeten wij dan dragenEn dat staat ons voorwaar niet aan.
(bis).
2.
Kapiteins en officierenDrinken wijn en soms een glaasje bier,Maar wij zijn maar de arme fusielieren,Drinken water al uit de rivier.
(bis).
3.
Een stuiver daags is onze gageEn een pondje droog kommiezenbrood;Watersausje geeft ons de courageEn daarop moeten wij zo maar voort.
(bis).
4.
Maar als wij in Nijmegen komen,Als wij in Nijmegen zijn,Dan zal het er niet aan mankeren,Of wij drinken een glaasje wijn.
(bis).