Den gentsen
1.
Met droge kelen, komt voor u kwelen't Studentenheir van Gent.Als de Tieltse zonen, te gare komen.Zuipen ze zich gezond met bier!Brengt nu de glazen, gij roldersbazen,Aan uwen drogen mond!
2.De meisjes lonken, zo minnedronkenHun ogen vol van gloed.We laten ons bekoren en zo gaarne storen.We zijn zo warm van bloed, Maria!Zoenen is geen zonde, kussen in de rondeOp haren roden mond!
3.De Gentse stee, in vreugd' en vreeHeeft ons het hart bekoord.Als we eenmaal scheiden, leeft van vroeger tijden.Nog 't heimwee in ons voort. O jerum!O Artevelde, o Leie en Schelde,O Gents studentenoord!