Er waren drie studentjes
1.
Er waren drie studentjesVan dingela, domela, deine,Er waren drie studentjesAan d'universiteitEr waren drie studentjes,Aan d'universiteit.
2.(tris).
De eerste was een blokkerEn hij heeft zich doodgeblokt.
3.De tweede was een vrijerEn hij heeft zich doodgevrijd.
4.De derde was een rolderEn hij heeft zich doodgerold.
5.Er waren geen studentenAan d'universiteit.
6.De profs die vlogen buitenUit d'universiteit.
7.De doos die werd geslotenVan dingela, domela, deine,De vice die moest gaan doppenTot in der eeuwigheid.
(tris).